De BTW-regels voor internationale optredens zijn als volgt:
1. Plaats van afnemer óf plaats van optreden
Voor buitenlandse optredens wordt er een onderscheid gemaakt tussen optredens voor ondernemers en voor niet-ondernemers (dus particulieren/consumenten):
a. Bij optredens voor ondernemers is de plaats van de afnemer bepalend of BTW in rekening gebracht moet worden. Als die afnemer in het buitenland gevestigd is én een ondernemer is, hoeft geen Nederlandse BTW berekend te worden, maar is er buitenlandse BTW van toepassing. De BTW wordt dan naar die afnemer verlegd. Of andersom, als een buitenlands gezelschap aan een Nederlandse opdrachtgever factureert, hoeft dat geen BTW van hun land in rekening te brengen, maar is de BTW naar Nederland verlegd en moet de Nederlandse opdrachtgever die aangeven.
b. Bij optredens voor niet-ondernemers (particulieren/consumenten) is de regel dat de plaats van het optreden bepalend is of BTW in rekening gebracht moet worden. Voor een buitenlands optreden hoeft dan geen Nederlandse BTW te worden berekend. Wel is er sprake van buitenlandse BTW, maar deze wordt niet naar de afnemer/particulier verlegd.
Voor buitenlandse optredens van Nederlandse artiesten dus géén Nederlandse BTW, tenzij de factuur naar een Nederlandse ondernemer gaat. Alleen dan moet wel Nederlandse BTW gerekend worden.
2. Optredens in het buitenland
2.1. Afnemer is buiten Nederland gevestigd én hij is ondernemer
Als de opdrachtgever in het buitenland gevestigd is én een ondernemer is, hoeft een Nederlandse artiest of gezelschap dus géén Nederlandse BTW te rekenen voor een optreden, ongeacht waar dat wordt gedaan (in Nederland of in het buitenland). Het beste bewijs van het ondernemerschap wordt geleverd met het buitenlandse BTW-nummer van de afnemer. Dit kan worden gecontroleerd:
http://ec.europa.eu/taxation_customs/vies/?locale=nl. Zie ook de uitleg van de Belastingdienst over buitenlandse BTW-nummers hierna.
Maar ook uit andere informatie kan blijken dat de afnemer een ondernemer is, zoals de inschrijving in een register of een verklaring van de afnemer zelf. Het is absoluut niet zo, dat alleen maar mag worden afgezien van het berekenen van Nederlandse BTW als de buitenlandse afnemer zijn BTW-nummer geeft, want ook uit andere informatie kan blijken de afnemer een ondernemer is en ook dan hoeft géén Nederlandse BTW gerekend te worden. Natuurlijk is het wel het meest duidelijk als de buitenlandse afnemer een BTW-nummer heeft, dat geverifieerd kan worden.
2.2. Vermelden op BTW-aangifte + ICP-opgaaf doen
De omzet van optredens voor afnemers in landen van de Europese Unie, waarover geen BTW gerekend wordt, moet worden opgegeven bij vraag 3b van de BTW-aangifte; omzet van buiten de EU hoeft niet op het aangiftebiljet vermeld te worden. Bij vraag 3b moet ook een Opgaaf van ICP-prestaties gedaan worden, waarop de buitenlandse BTW-nummers, namen van afnemers en omzet vermeld worden. ICP betekent Intra Communautaire Prestaties en de Belastingdienst stuurt deze gegevens ter controle naar het andere EU-land.
Als een EU-ondernemer géén BTW-nummer heeft, bijvoorbeeld omdat die is vrijgesteld van BTW, dan hoeft die omzet niet bij vraag 3b én niet op de ICP-opgaaf vermeld te worden. Het is dan wel verstandig om een verklaring (of andere informatie) te hebben dat de afnemer geen BTW-nummer heeft.
2.3. Optredens in het buitenland voor niet-ondernemers
Voor optredens in een ander EU-land voor niet-ondernemers (particulieren/consumenten) is de plaats van het optreden doorslaggevend en moet buitenlandse BTW in rekening gebracht worden, ongeacht waar de afnemer is gevestigd. Er moet een buitenlandse BTW-nummer aangevraagd worden, waarmee in het land van het optreden BTW-aangifte gedaan kan worden.
Voor optredens buiten de EU voor niet-ondernemers hoeft geen BTW gerekend te worden.
De omzet van optredens in het buitenland voor niet-ondernemers hoeft niet in de Nederlandse aangifte vermeld te worden.
3. Optredens van buitenlanders in Nederland
3.1. Géén buitenlandse BTW als Nederlandse opdrachtgever een ondernemer is
Als artiesten uit andere landen in Nederland optreden, speelt het spiegelbeeld van het voorgaande. De Nederlandse organisator zal normaliter een ondernemer zijn (al dan niet vrijgesteld van BTW) en de buitenlandse artiesten hoeven daarom géén buitenlandse BTW in rekening te brengen. Bij voorkeur kunnen de buitenlandse artiesten op hun factuur het BTW-nummer van de Nederlandse organisator/afnemer vermelden, want dan is het duidelijk.
Nederlandse niet-ondernemers (particulieren/consumenten) zullen over gages van buitenlandse artiesten Nederlandse BTW betalen, want dan is de plaats van het optreden doorslaggevend. De buitenlandse artiest zal hiervoor een Nederlands BTW-nummer moeten aanvragen bij de Belastingdienst, zodat hij ook aangifte kan doen van de Nederlandse BTW.
3.2. Vermelden op BTW-aangifte + ICP-opgaaf doen
Als de Nederlandse organisator/afnemer ondernemer is, wordt de BTW naar Nederland verlegd en moet hij daarvan aangifte doen. Dat moet op het BTW-aangiftebiljet bij vraag 4a (landen buiten de EU) of vraag 4b (landen binnen de EU). Bij vraag 4b hoeft geen Opgaaf van ICP-verwervingen gedaan te worden; pas boven € 900.000 per jaar is een opgaaf aan het CBS verplicht.
3.3. BTW aangeven, maar gelijk ook weer terugvragen
Belangrijk is dat behalve de omzet ook BTW moet worden aangeven bij de vragen 4a en 4b. Dat is 9% voor optredens. Als de Nederlandse organisator/afnemer BTW-plichtig is, mag hij die BTW dan gelijk weer aftrekken als voorbelasting bij vraag 5b, waardoor er per saldo 0 uitkomt. Dit moet ook voor buitenlandse artiesten die in eigen land vrijgesteld zijn van BTW.
Er staat geen straf op als dit “aangeven + terugvragen” niet gedaan wordt, maar de verplichting van de wet past bij het internationale systeem van “matching”.
4. Conclusies
Voor buitenlandse optredens hoeft geen Nederlandse BTW gerekend te worden. Wel bestaat er bij optredens voor niet-ondernemers in een ander EU-land de verplichting om buitenlandse BTW in rekening te brengen en aldaar af te dragen. De vraag is echter welke artiest deze moeite gaat nemen, als bijvoorbeeld wordt opgetreden op een Duitse bruiloft. Dan zal er vaak gewoon Nederlandse BTW gerekend te worden, want dat is eenvoudiger.