Het Nederlands recht bestaat uit een grote hoeveelheid wetgeving en rechtspraak
Deze wetgeving en rechtspraak kan onderverdeeld worden in een aantal categorieën. Deze categorieën worden ook wel rechtsgebieden genoemd. Voor de indeling van bepaalde regelgeving in rechtsgebieden zijn geen wettelijke regels. Velen houden dus een andere categorisatie aan en daarom zal de een een bepaald rechtsgebied wel apart zien en de ander niet. Grotendeels wordt het recht opgedeeld in vijf categorieën: bestuursrecht, staatsrecht, burgerlijk recht, strafrecht en internationaal recht.
Bestuursrecht
In dit recht staan de wetten waaraan de overheid zich bij het besturen van het land moet houden beschreven. Het verschil tussen bestuursrecht en staatsrecht is dat bij het staatsrecht een organisatieplaatje gegeven wordt en bij bestuursrecht wordt er geregeld hoe de overheid met haar burgers om moet gaan. De Algemene wet bestuursrecht is de belangrijkste wet in het bestuursrecht en geeft overheidsorganen een aantal regels voor de uitoefening van de bestuurstaak.
Staatsrecht
In het staatsrecht wordt de organisatie van de overheid geregeld. In dit recht staan regels opgenomen over overheidsorganen en de rol van burgers in de staat. De basisregels staan in de Grondwet vermeld. Andere belangrijke wetten van het staatsrecht staan in de Provinciewet, de Gemeentewet, de Kieswet en de Politiewet.
Burgerlijk recht
In het burgerlijk recht staat omschreven wat de rechten en plichten van burgers zijn en hoe zij naar elkaar moeten handelen. De belangrijkste regels zijn opgenomen in het burgerlijk wetboek.
Strafrecht
In het strafrecht staan de gevolgen van overtredingen en misdrijven in de wet vastgelegd. Een belangrijk wetboek in het strafrecht is het wetboek van Strafrecht.
Internationaal recht
In het internationaal recht wordt de verhouding tussen landen en de positie in internationale organisaties omschreven. De regels die in deze wet staan omschreven hebben invloed op bijvoorbeeld de prijs van producten.
Over muziekrechten zoals mechanische rechten, uitvoeringsrechten, auteursrechten en naburigerechten
In Nederland kennen we verschillende soorten muziekrechten. Muziekrechten zijn een verschijningsvorm van intellectuele eigendomsrechten en worden doorgaans onderverdeeld in auteursrechten en naburige rechten. Deze rechten, waaronder verbodsrechten en een aantal exploitatierechten, worden achtereenvolgens beschreven in de Auteurswet en de Wet Naburige Rechten. Niet alle vergoedingsrechten vindt men met zoveel woorden terug in de wet: sommige vinden hun oorsprong in de gewoonte of de praktijk, andere ontstaan door voortschrijdende technologie.
Bekende instanties bevoegd om vergoedingen voor muziekauteursrechten en muziekgebruik namens de rechthebbenden collectief te innen en vervolgens te reparteren zijn Buma/Stemra, Sena, Norma, Videma, STAP (Stichting Thuiskopievergoeding Audio Producenten), Stichting Reprorecht, Stichting Platform Multimediaproducenten en Stichting de Thuiskopie. Deze collectieve beheersorganisaties (CBO’s) zijn verenigd in brancheorganisatie VOICE (Vereniging van Organisaties die Intellectueel eigendom Collectief Exploiteren). In VOICE zitten ook CBO’s zoals Stichting Pictoright, Lira, SEKAM, Stichting PRO, VEVAM, SVVP (Stichting Verdeling Videoproducenten) en Stichting Leenrecht. Andere organisaties die zich sterk maken voor het belang van auteursrechthebbenden op juridisch, economisch, cultureel en maatschappelijk vlak zijn CEDAR (Centrum voor Dienstverlening Auteurs- en aanverwante Rechten) en STARBEL (Stichting Auteursrechtbelangen).